Zwaaien naar Jopie

Dit verhaal is in het kader van de Maatschappelijke Stage 2013 bij het airborne Memories project geschreven door Byron Schluter en Courtney Cooke, derdejaars scholieren aan het Dorenweerd College in Doorwerth.
Zij zijn in gesprek gegaan met Bob Bakkenes.
Bob had geen contact met vrienden en familie want telefoons waren er niet en brieven en dergelijke konden niet worden bezorgd.
De twee oudere broers van Bob zaten in Utrecht ondergedoken, vandaar dat zijn ouders ook die kant op gingen.
Contact met familie en vrienden was er niet, dus toen de oorlog was afgelopen kon je alleen maar hopen dat iedereen nog leefde.
Vervoer was er ook niet, als je evacueerde moest je lopen of met de fiets, en soms had je geluk dat je mee kon liften.
Toen hij na de evacuatie terug kwam in Arnhem, was er niks meer over van zijn huis, of van zijn hele wijk. Van iedereen waren spullen weg, dus ze begonnen te jatten uit andere huizen.
In zijn buurt zag hij een jongetje lopen met een jas die zijn moeder ooit voor hem had gemaakt.
En zijn vader vond een lamp aan het plafond van iemand anders.
Wat er te pakken viel, werd mee genomen door sommigen voor eigen gebruik.
Iets wat Bob altijd bij is gebleven is toen hij op het dak van zijn huis zat en zwaaide naar een jongetje die hij als Jopie kende.
Toen Bob naar binnen werd geroepen om te eten, viel er een bom op het huis van Jopie, niemand had het overleefd.
Jopie was ook niet zijn echte naam, het was zijn schuilnaam want later bleek dat het een joods jongetje was die daar ondergedoken zat, zijn echte naam was Benjamin Nathans.
Een jaar na de oorlog moest Bob met 200 andere kinderen naar Engeland omdat ze uitgehongerd waren en moesten aansterken.
Hij werd daar opgevangen door de Unie van Vrouwelijke Vrijwilligers.
De Engelsen hadden geen idee wat zo’n oorlogskind had meegemaakt,  want ze gaven ze bij aankomst snoep maar die magen waren daar niet meer aangewend.
De enigste keer dat hij heimwee had in Engeland was op Kerstavond.
Bob lag toen helemaal alleen op een bed in een ziekenbarak terwijl alle zusters op de gang kerstliedjes zongen.
Aan het einde van het interview zei Bob: “Uiteindelijk telt een oorlog alleen maar verliezers”.
Daar waren wij het allemaal mee eens.

3 reacties
  1. Lydia Wubbenhorst
    Lydia Wubbenhorst says:

    Door de televisie- uitzending over Overloon moest ik weer denken aan Bob Bakkenes in Arnhem. Ik kende zijn huidige vrouw Johanna, die destijds in Heelsum woonde in een cottage op het terrein van een vriendin van mij, Ria Albers, (vier jaar geleden overleden). Zij was jarenlang secretaris van De Vestdijkkring. Om een lang verhaal kort te maken, ik leerde Bob kennen. Hij vertelde over een boek dat hij had geschreven n.a.v. de gebeurtenissen tijdens de Slag om Arnhem en later over zijn verblijf in Wales. Zijn Engelse vrienden wilden graag het boek lezen. Ik heb het voor hem in het Engels vertaald. Ik hoop dat het Bob en Johanna goed gaat! Lydia Wubbenhorst.

    Beantwoorden
  2. Anja Schlotman-Bakkens
    Anja Schlotman-Bakkens says:

    Geachte Medewerkers, Zojuist las ik hier het artikel aangaande Bob Bakkenes. Ik woon al meer dan 25 jaar in het buitenland maar ben nog altijd benieuwd naar Joods bloed in de familie omdat mij daar vaak naar gevraagd wordt. Was deze familie Bakkenes Joods? Ik vraag me dit af omdat ik lees dat Bob zijn oudere broers ondergedoken zaten in Utrecht. Bij voorbaat hartelijk dank voor Uw reaktie. Hoogachtend, Anja Schlotman-Bakkenes

    Beantwoorden
  3. Wim Bakkens
    Wim Bakkens says:

    Dag Anja, ik reageerde al eerder maar veronderstel dat e.e.a. niet is doorgekomen, want er werd geen reactie geplaatst. Je beschikt over het Bakkenes Boek en vindt onze Bakkenes tak op pag. 280-284. We zijn geen joodse familie, want dat was je vraag. En er zijn zover ik heb kunnen nagaan, geen andere joodse families Bakkenes. Vriendelijk gegroet, Wim Bakkenes (broer van Bob)

    Beantwoorden

Plaats een reactie

Wilt u een reactie geven?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *