Twee linker klompen
Jan Otten groeide op als middelste van negen kinderen in een aannemersgezin aan de Christiaan de Wethstraat in Oosterbeek. Tijdens de Slag kwam de familie in de vuurlinie terecht. Nog voor de evacuatie raakten ze hun huis al kwijt. Tijdens de evacuatie kwamen ze op een boerderij in de Harskamp terecht, waar het Jan goed beviel.Op 17 september 1944 zag Jan vanuit de timmerzolder van zijn vader’s werkplaats de Para’s landen.
Jan zag vanuit de timmerzolder van zijn vader’s werkplaats de Para’s landen
Tijdens de gevechten die volgden, zaten de Para’s in zijn ouderlijk huis en de Duitsers aan de overkant. De beschietingen bezorgden de familie in de kelder angstige momenten. Op een avond kwam een Duitser met het bevel het huis te verlaten. Het huis van de buren stond in brand. Ze vertrokken naar opa en opoe in de Nassaulaan. Daar en bij de buren hebben ze de eerste nachten doorgebracht.
Toen de echte evacuatie begon, duwde Jan samen met zijn opa een handkar met opoe en tante Marie. Vlak voor het vertrek dachten zijn vader en oudste broer thuis, nog even een kist met kleren en spullen op te halen. Tot hun schrik bleek het hele huis afgebrand, inclusief de kist.
Op weg naar Otterlo zag Jan op de Steijnweg voor het eerst een dode Engelsman. Kort daarna stond er ineens een kolossale Duitse ‘Tiger’ tank voor zijn neus.
In de stoet vluchtelingen droeg de bekende frater Gustaph zijn jongste zusje Willemien op zijn schouders. Doordat Jan twee linker klompen droeg, schopte hij zijn enkel tot bloedens toe kapot. Gelukkig werden ze vanaf Otterlo met paard en wagen naar de Harskamp gebracht. Daar vonden ze onderdak bij boer Onderstal. Met 21 mensen zaten ze in een garage van zeven bij zeven meter. Vader Otten had een stuk afgeschermd als slaapplaats. Hij verdiende de kost met bouwklussen voor de boer.
Het leven op de boerderij beviel Jan goed en echt honger heeft hij er niet gehad. Hij herinnert zich nog dat de boerin van appels uit de boomgaard, aardappels en kaantjes een grote pan ”Hete Bliksem ” maakte. Dat was smullen.
Na de bevrijding bleef Jan nog een paar maanden op de boerderij om de boer te helpen. Met jongens uit de omgeving amuseerde hij zich met achtergelaten Duitse munitie: handgranaten de sloot ingooien, munitie tot ontploffing brengen; maar goed dat zijn vader dat niet geweten heeft.
Plaats een reactie
Wilt u een reactie geven?