Soms aten we een stukje vlees
Eigenlijk herinner ik me vrijwel niets van de oorlog. Alleen een paar voorvallen die blijkbaar diepe indruk op mij hebben gemaakt.
Zo weet ik nog dat het 17 september, toen de aanval op Arnhem begon, heel mooi weer was en dat we die dag boontjes aten.
Op 24 september moesten wij ons huis uit. We zijn we eerst naar de ouders van mijn moeder gegaan, die op de Hoogkamp woonden. Vanaf de Hoogkamp zijn we naar de fam. Jacobs aan de Schelmseweg in Schaarsbergen vertrokken.
Wij waren met z’n achten, mijn vader en moeder, mijn oudste zus van bijna 6, mijn kleine zusje van 2 en ik en verder nog mijn opa en oma en een tante.
Mijn moeder was in verwachting van mijn jongste zusje, die op 8 oktober 1944 in Schaarsbergen is geboren.
Ik weet niet hoelang we daar gebleven zijn, maar uiteindelijk zijn we terecht gekomen op een boerderij in Schaarsbergen, midden in het bos, tussen de Deelenseweg en de Kemperbergerweg. Daar zijn we gebleven tot de oorlog voorbij was.
We hebben het goed gehad in Schaarsbergen. Geen honger, vooral niet omdat mijn vader, die bakker was, tijdens onze evacuatie in de bakkerij in Schaarsbergen moest werken.
Hij moest daar brood voor de Duitsers bakken.
Mijn vader moest brood bakken voor de Duitsers
Elke dag liep hij door het bos naar zijn werk en weer terug. Vaak liep er een (wilde) kat met hem mee tot aan de bosrand. Daar bleef hij wachten tot mijn vader ’s avonds weer naar ons toe kwam. Samen liepen ze dan weer terug naar de boerderij. Soms had de kat een konijn gevangen, dat mijn vader dankbaar mee nam.
Wij aten dan niet alleen vers brood, maar ook een lekker stukje vers vlees. Een geweldige traktatie!
Tijdens een van de luchtaanvallen gierden de granaten om ons huis. Het was een angstaanjagend lawaai.
Het was een angstaanjagend lawaai
Mijn moeder was bij ons op zolder, waar we sliepen. De ruiten werden eerst naar binnen gedrukt en direct daarna vlogen ze naar buiten. Alle ruiten waren in een klap verdwenen.
Ik herinner me ook nog een heel angstig moment. Ik zat op de wc, die achter op de deel was, toen er Duitse soldaten kwamen, die de deel doorzochten.
Ik durfde geen geluid te maken. Hoelang ik op de wc heb gezeten, voor ik er weer af durfde te komen, weet ik niet meer. In mijn herinnering wel uren.
Mijn vader had totaal geen groene vingers, maar in de oorlog oogstte hij toch groente voor ons. Als er wat opkwam gebeurde het wel dat de Duitsers als eersten de groente plukten. Wij moesten dan weer wachten tot de volgende oogst. Daar viel weinig aan te doen.
Op 17 januari 1945 werd ik 5 jaar. Er lag wel een meter sneeuw. Ik kreeg die dag een prachtige aangeklede pop en was er erg blij mee.
Pas later zag ik dat het mijn oude pop was die van mijn moeder, die heel goed kon naaien, nieuwe kleertjes had gekregen.
Plaats een reactie
Wilt u een reactie geven?