Onderduikers en sluipschutters
H. de Groot woonde in 1944 aan de Utrechtseweg in Oosterbeek. Als zoon van de commissaris van politie wist hij al jong, wat er in zijn omgeving speelde. Zijn vader werd op tijd gewaarschuwd voor plannen van Duitsers of NSB-ers. Ondertussen zaten familieleden op de zolder van het politiebureau ondergronds werk te doen, zoals het vervalsen van bonkaarten voor onderduikers. Maar niet alles was wat het leek. Een buurman was NSB-er, maar verborg ook onderduikers op zolder terwijl zijn Duitse gasten beneden feest vierden.
Op 17 september 1944 zag de Groot de geallieerde soldaten met hun rode baretten het dorp binnenkomen. Tijdens de dagenlange gevechten die daarop volgden, moest hij de straat op om eten voor zijn familie te zoeken. De bezetters dwongen hem te helpen met het begraven van de lijken van gesneuvelde soldaten.
De bezetters dwongen hem te helpen met het begraven van de lijken van gesneuvelde soldaten.
Een onvergetelijke indruk maakte pastoor Bruggemans op hem. Toen de Duitsers de Engelse sluipschutters in de toren van de katholieke kerk aan de Utrechtseweg uitgeschakeld hadden, werd deze pastoor aansprakelijk gesteld en tegen de muur gezet. Met zijn handen geheven en in doodsangst riep hij tegen de soldaten dat zij in de hel zouden komen als ze een priester zouden doden. Dat was zijn redding.
Tijdens de evacuatie lukte het de familie de Groot dankzij hun goede fietsen om in één dag van Oosterbeek naar opa de Jongh in Hilversum te fietsen. Ondanks dat goede onderkomen heeft het gezin in die tijd veel honger geleden. Ze waren aangewezen op de gaarkeuken, op sjacheren en netwerken. De familie de Groot heeft het overleefd, maar net als voor veel anderen in het westen van het land kwamen de voedseldroppings in 1945 net op tijd.
Toen de familie de Groot na de bevrijding terugkwam in Oosterbeek, bleek hun huis aan de Utrechtseweg volledig geplunderd. Het bekende verhaal………
Net als al die andere families bouwde de familie de Groot het leven weer op. De gebeurtenissen van september 1944 is H. de Groot natuurlijk nooit vergeten. Bij zijn bezoek aan Museum Hartenstein in 2012 constateerde hij dat de geschiedenis daar nauwkeurig nagebootst is. ‘Zo was het precies’ zegt hij.
Plaats een reactie
Wilt u een reactie geven?