Niet bij brood alleen

Bakkersdochter Ans Knuvelder (1929) volgde als evacuée vanuit Lombok het spoor van haar vader. Met overburen belandde ze aanvankelijk bij een slager in Bussum. Van eind 1944 tot juni huisden de Knuvelders bij een collega-bakker in Loenen. Weer thuis vervolgde Ans de huishoudschool en Schoevers. Ze trouwde, werd moeder en hervond, ongeschonden, haar vrijheid.
Tot zondag 17 september 1944 was het soms spannend, maar angst had Ans niet. Niet voor krijgsgeweld of Duitsers. Meer dreiging ging uit van NSB’ers. ’Dat ’s avonds die man voor ons huis liep. Dat maakte indruk in die stille straat. Het geluid van die laarzen met hoefijzers. In dat zwarte NSB-pak.’ De bakkerij van haar vader, beneden in de Oranjestraat, hoek Alexanderstraat, was wegens schaarste alleen ’s middags open. Er was een sirene en telefoon, voor de bereikbaarheid van de buurt. Net zoals bij grootvader in Huissen. Die septemberzondag fietsten Ans en haar moeder daarheen, ze zagen onderweg parachutisten. Telefonisch hoorden ze over luchtlandingen. Terug, bij Malburgen, zette een gealarmeerde eenarmige roeier hen over. Lombok bleek nog rustig.
De dagen erna ziet Ans gedode soldaten. Veiligheid zoekt ze in de bakkerskelder, met buren. De evacuatie leidt naar een slager in Bussum, familie van hen, vergezellende overburen, met fietsen en bakkerskar. Ans en broertje zullen er roodvonk uitzieken. Er is eten. Vader verzorgt de broodnodige aanvulling. Op Tweede Kerstdag gaan ze, met paard en wagen, in één dag naar Loenen. Bij collega-bakker Westhof aan de Eerbeekseweg vindt vader werk. Af en toe fietst Ans naar huis. Moeder liet haar daar eens alleen. In het lege huis, in een stille straat. De gevangenbewaarder van verderop houdt een oogje in het zeil, belooft hij moeder. ‘Ik was vijftien. De volgende dag kwam vader. Ik had het heerlijk gevonden, alleen thuis. Doodstil. De boel open.’
Tot juni 1945 bleven moeder, Ans en broertje Jan in Loenen. Terug in Arnhem gaat Ans weer naar de huishoudschool en naar Schoevers. Ze werkt in een brillenzaak, haar moeder wordt ernstig ziek en Ans gaat  het huishouden doen. Ze ontmoet haar man en krijgt kinderen. Er volgen mooie jaren.
Zíj is de oorlog goed doorgekomen. Haar grootouders, met zes andere familieleden zijn bij het bombardement in Huissen, op 2 oktober 1944, omgekomen. Van de tien kinderen van het bevriende bakkersgezin Macrander komen er zeven om, bij station Loenen, door een voor Lochem bedoelde bom. ‘Zelf ben ik de dans ontsprongen’.

1 reactie
  1. Pauli Knuvelder
    Pauli Knuvelder says:

    Dit zijn de verhalen die ik van mijn moeder en ook die van mijn vader veel gehoord hebt. Ik vond als kind deze verhalen super spannend daar kon geen goed boek tegen op. Ook mijn oma kon erg mooi vertellen over de oorlog en als kind zat ik aandachtig te luisteren naar al die verhalen en foto’s te bekijken vooral die van de omgekomen neefjes en nichtjes in Huissen vond ik als kind erg fascinerend. Maar nu ik zelf ouder ben geworden ga je pas beseffen wat al die mensen in die tijd hebben meegemaakt en hoop je dat je het zelf nooit hoeft mee te maken.

    Beantwoorden

Plaats een reactie

Wilt u een reactie geven?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *