Mijn moeder en ik kregen mondzeer
Mientje Huiskamp groeide op met een oudere broer en een getrouwde zus in de Arnhemse wijk Plattenburg. Daar bleef het in september 1944 betrekkelijk rustig. Maar de evacuatieperiode werd een spannende en hongerige tijd, waarin ze bepaald niet stil zat. Mientje was zestien en thuis met haar ouders in de Johan van Arnhemstraat, toen op 17 september 1944 de bommen insloegen, onder andere in de Ernst Casimirlaan. Meteen was duidelijk dat er iets groots aan de hand was.
Op 24 september kwam de evacuatie op gang en vertrok het gezin met de buren richting De Steeg en Ellecom. Na twee overnachtingen in Avegoor werden zij en een leeftijdgenote gewaarschuwd voor de jonge SS-ers in de buurt. Haar moeder aarzelde geen moment en het gezin vertrok naar de Havikerwaard, waar ze onderdak vonden op een boerderij. Eerst op deel, maar later in het opgeknapte varkenshok. Met de boer en boerin, hun twaalf kinderen en een aantal onderduikers waren ze met zijn twintigen. Mien herinnert zich dat de wc altijd bezet was. Dat probleem loste een van de onderduikers, een timmerman, handig op door een tweede toilet van zeildoek te maken met een melkbus als wc-pot.
een tweede toilet van zeildoek te maken met een melkbus als wc-pot
Het enthousiasme om dat ding te legen en schoon te maken was niet groot.
In de zeven maanden van hun verblijf was er niet altijd genoeg te eten. Ze aten waterknolletjes en andere onbekende groente. Mientje roomde soms stiekem de melk af.
Toen zij en haar moeder ‘mondzeer’ kregen, werden ze verzorgd door de bekende zenuwarts Taalman Kip. Hoe hij daar kwam, weet ze niet.
Een paar keer is ze op klompen via Velp en Presikhaaf naar haar ouderlijk huis teruggelopen. Dat was eng, want het huis was beschadigd en de buurt was verlaten.
Toen haar moeder en buurvrouw dezelfde tocht maakten, werden ze drie dagen gevangen gehouden in een villa tegenover Bronbeek. Op de boerderij zat iedereen in angst. Maar Mien herinnert zich ook een voettocht met haar moeder naar Doesburg, die beter afliep. Op de terugweg werd het laat en belden ze aan bij een boerderij. Daar mochten ze in een echt bed met schone lakens slapen: Wat een weelde.
Na de bevrijding ontmoette Mientje tijdens de feestelijke danspartijen in Doesburg de liefde van haar leven. Bij thuiskomst in Arnhem zag ze op het pleintje hoe een paar dode Duitse soldaten werden geborgen. Ook dat is ze nooit vergeten.
Plaats een reactie
Wilt u een reactie geven?