Mijn bevrijding, zijn bevrijding
Gelukkig heeft Jan Kleberg de moeite genomen om zijn herinneringen aan de slag om Arnhem, op schrift te stellen. Hij, 12 jaar oud, moest vluchten met zijn ouders, broer (15) en zus (17), en een tweeling in de kinderwagen. Het verhaal laat zien welke omzwervingen een gezin moest doorstaan tot aan de bevrijding van Nederland. Jan ’s vader was werkzaam bij de PGEM, hij had toegang tot de transformatorhuisjes langs de kant van de weg, waarin zich een normaal werkend telefoontoestel bevond. Dit gaf veel informatie en overnachtingsmogelijkheden, zelfs mededelingen voor het ondergronds verzet. Een vrachtautootje van de PGEM werd clandestien gebruikt om voedsel te transporteren, o.a. koolzaad uit de Betuwe.
Op 17 september rond het middaguur werd na zo’n transport, ternauwernood het woonhuis op de Sleedoornlaan in Arnhem Zuid bereikt. Vader trof meteen maatregelen; het versterken van de trap met matrassen, hij liet het bad vollopen met drinkwater.
Op de 19e september werden zij uit het huis verdreven. Een tocht over de Rijnbrug was vanwege de hevige gevechten aldaar niet mogelijk. Dus de Betuwe in, met als eerste standplaats het dorpje Elden, bij boer Rutten in de Klapstraat. Daar de eerste Poolse para ontmoet, die te ver van zijn droppings zone terecht was gekomen.
Waarom schiet je er niet op”? antwoordde hij: “Dan schieten ze ook op mij
Lopend verder met een volgeladen fiets, een voltallig gezin ernaast, op naar Huissen voor een overnachting bij de familie Jansen.
De volgende dag onderdak in Angeren bij boerderij Moyland van de familie Derksen.
‘Grote’ broer Ton nam stiekem de gok, door op de fiets met houten banden ‘even’ naar huis te rijden om er kleding op te halen. Dat lukte.
In Huissen stond hij samen met een Duitse militair door een spleet naar Engelsen te kijken. Toen hij vroeg: “Waarom schiet je er niet op”? antwoordde hij: “Dan schieten ze ook op mij”. Wat een logica.
In Pannerden kregen ze de kans om de volgende nacht over de Rijn te komen met een Duitse pont. Van daaruit richting Angerlo bij een boer die het gezin; bad, bed en brood gaf. Nadat kort daarop de Duitsers hun verblijfplaats vorderden, ging het richting Zevenaar. In steenfabriek ‘de Panoven’ van de Fam. Kruitwagen konden ze een week op adem komen. Het Rode Kruis bracht hen daarna naar Doesburg, voor de oversteek van de IJssel naar Dieren, daar werd overnacht in een wachthuisje van de GTW.
Via Apeldoorn, werd in Elburg de bevrijding afgewacht.
Waarlijk een memorabel avontuur.
Zijn bevrijding
Er overkwam hen een avontuur dat heel opmerkelijk is.
Nadat het gezin in Dieren in een koud wachthuisje van de Gelderse Tramwegen (GTW) getracht had wat te slapen en energie op te doen voor de volgende dag, werd al vroeg opgebroken. Ze begonnen aan de lange tocht langs het Apeldoorn-Dierens-Kanaal naar Apeldoorn.
bij een razzia opgepakte, mannen die onder begeleiding van een Duitser te werk waren gesteld
Vader liep voorop en duwde de fiets met eraan bevestigd een trekkar. Moeder liep naast hem. Mijn zus met de tweeling in de kinderwagen daarachter. Mijn broer en ik daaromheen lopend, ook beladen met onze spulletjes. Soms ginnegappend, soms stoeiend, want zo zijn en blijven kinderen. Komend in de buurt van Apeldoorn verschijnt uit de tegengestelde richting een groep, waarschijnlijk bij een razzia opgepakte, mannen die onder begeleiding van een Duitser te werk waren gesteld aan de IJssellinie, hoorden wij later.
Hij loopt met een stalen gezicht en één hand aan de kinderwagen mee de andere kant op
Je kent dat. Bij de nadering van twee groepen mensen uit tegengestelde richting wordt oogcontact gezocht, onderzoekend, bepalend. Uitdagend, in dit geval. Op het moment dat de groep mannen rakelings werd gepasseerd, draait één van hen uit de groep zich resoluut om en loopt met een stalen gezicht en één hand aan de kinderwagen van de tweeling mee de andere, onze, kant op. Een normaal straatbeeld zou je zo maar kunnen zeggen. Hij hoorde gewoon bij dat groepje vluchtelingen; een vader en toegewijd echtgenoot. Vader Kleberg zelf, die een tiental passen vooruit liep, had het nog niet eens in de gaten, zo normaal en vertrouwd leek het allemaal. En zo snel was het ook gegaan. De man, stijf van de zenuwen waarschijnlijk, sprak de hele verdere weg geen woord, keek strak voor zich uit en moeder Kleberg en Jan’s zus waren te verbouwereerd om iets te zeggen, hoewel zij natuurlijk wel meteen begrepen, dat hier een ontsnapping plaatsvond waaraan zij als gezin ongevraagd, maar zeker wel gewild, hadden deelgenomen.
Zonder een woord gezegd te hebben verdween hij enkele kilometers verder even snel als hij gekomen was. Het was hem gelukt.
Hij was vrij!
Wie het is geweest?
Geen flauwe notie.
Plaats een reactie
Wilt u een reactie geven?