Gevulde kinderwagens
Bob Haikes woonde in september 1944 in de Steenstraat in Arnhem en voelde dichtbij bommen inslaan. Tijdens de evacuatie kwam de voorraad kinderwagens en blikken eten, die zijn vader had aangelegd, goed van pas. Met de buren verbleef de familie Haikes op een boerderij op de Veluwezoom en in Dieren, waar zijn vader zijn papieren kwijtraakte.
Toen Bob in september 1944 het eerste luchtgevecht boven Arnhem zag, vond hij dat een spannende ervaring. Hij liep net met zijn accordeon op zijn rug over de Singel terug naar huis, na één van zijn eerste lessen. Op 17 september schuilde hij na het luchtalarm in de kelder van zijn ouderlijk huis aan de Steenstraat. Hij herinnert zich dat de vloer van de kelder golfde toen de bommen insloegen in de Bloemstraat. Met Bennie Brands uit de Bloemstraat, die tijdens dat bombardement omkwam, had Bob van zijn ouders niet mogen spelen omdat het een ‘dondersteen’ was. Later bleek dit een ondergedoken Joodse jongen te zijn.
Toen het evacuatiebevel kwam, had zijn vader een aantal kinderwagens op voorraad en een flinke hoeveelheid blikvoedsel ingeslagen via een Duitser. Samen met de buren werd het vertrek voorbereid. Ieder gezin kreeg van Bob’s vader voor het vervoer een kinderwagen met blikken etenswaar. Bob hoort zijn vader nog zeggen: ‘Iedereen die een wagen duwt, eet er ook uit!’
‘Iedereen die een kinderwagen duwt, eet er ook uit!’
De eerste halte was een oud kleuterschooltje in Rozendaal, met wc-tjes die een maatje te klein waren voor de overbuurvrouw. Bob zag hoe zij zich daaruit moest bevrijden voordat ze haar kolossale ‘directoire’ kon ophijsen. Dat beeld is hij nooit meer kwijtgeraakt.
De volgende dag ging de tocht richting Dieren. Vader Haikes weigerde de aangegeven richting naar Brummen te volgen, maar sloeg de weg naar Spankeren in. Uiteindelijk haalde boerin Wielhesen hun groep van zeventien personen naar binnen, omdat al die kinderwagens moederlijke gevoelens bij haar opriepen. Ze wist niet dat ze daarmee ook een lading conservenblikken in haar schoot kreeg geworpen. Met de meegenomen sieraden als ruilmiddel en de conservenblikken hield de groep zichzelf in leven. De laatste maanden voor de bevrijding brachten ze door in Dieren. Daar werd het vluchtkoffertje met alle persoonlijke papieren van Bob’s vader gestolen, zodat hij verder moest als onderduiker.
Bij terugkeer in Arnhem was het huis leeggeroofd en moest de familie Haikes opnieuw beginnen. Maar dat ze dat met 90.000 lotgenoten moesten doen, maakte het volgens Bob wel lichter.
Plaats een reactie
Wilt u een reactie geven?