Een eindeloze tocht
In september 1944 woonde Nel van de Weerdhof, die toen nog Nellie Scholten heette, in de Kerdijkstraat in Arnhem.
Ze woonde daar met haar vader (die melkboer was) en moeder, zusje Riek en broertje Thys.
Nel was de oudste van de drie kinderen.
Na de Slag om Arnhem moest ook het gezin Scholten evacueren, samen met andere familieleden.
Het eerste stuk gingen ze met de fiets, maar later moesten ze lopen. Ze konden dan ook maar heel weinig spullen meenemen.
De wagen waarmee vader Scholten de melk rondbracht en alle zuivelwaren moesten ze bijvoorbeeld achterlaten.
Er was geen familie buiten Arnhem waar ze heen konden, dus ze moesten maar kijken waar ze terechtkwamen.
Zo hebben ze twee keer in een schuur geslapen, één keer bij een huis waar ze wat langer konden blijven en waar Nel ook moest helpen in de huishouding.
Gelukkig was er ook nog wel tijd om te spelen.
Nel herinnert zich vooral het knikkeren; met de knikkers die ze eerst nog had, maar die ze later jammer genoeg allemaal is kwijtgeraakt.
In het begin van de evacuatie hadden ze niet altijd genoeg te eten, maar later wel.
Soms haalden ze eten bij de gaarkeuken waar Nel, als oudste van de kinderen, dan met een pannetje in de rij moest staan.
Ze kan zich de geur van de koolsoep nog goed herinneren.
Aan het eind van de evacuatie, toen ze voor de zoveelste keer opnieuw onderdak moesten vinden, verbleven ze nog met de hele familie in een leegstaande boerderij.
De eigenaren waren NSB’ers die waren gevlucht voor bijltjesdag.
Tijdens de bevrijding was de familie Scholten in Velp.
Vandaar gingen ze zo snel mogelijk weer naar Arnhem, maar hun huis en de rest van de straat lag helemaal in puin.
Na de oorlog werd vader weer melkboer.
In het gezin werd eigenlijk nooit meer over de oorlog gesproken.
Plaats een reactie
Wilt u een reactie geven?