Een bijzondere boerderij

Het dreunende bombardement op de nabij gelegen Willemskazerne schudde de Arnhemse bewoners op de 17de september 1944 wakker en in dit geval ook de onderaan de Apeldoornsestraat wonende familie Koch.
De toen zesjarige, in de Beethovenlaan, geboren Marijke herinnert het zich als de dag van gisteren. Zulke dingen vergeet je niet gauw en zelfs niet als kind van die leeftijd. Vanuit het dakraam heeft zij gezien hoe de vlammen uit de kazerne sloegen.
Ook heeft zij de landingen van de para’s in de verte kunnen zien.
“Met honderden tegelijk daalden ze neer”.
“Allemaal onder de Keldertrap”, was de eerste uitgeroepen reactie van vader Koch tot zijn uit zes personen bestaande gezin en andere familieleden.
Ons gezin woonde namelijk op dat moment in bij een oom en tante met hun pas geboren neefje.
Het was het einde van een ‘rustige’ tijd voor de kleine, zeer onafhankelijke, Marijke die toen soms alleen naar de kleuterschool liep ergens aan de Van Lawick van Pabststraat. Waar precies weet zij niet meer.

De hevige branden en het oorlogsrumoer moeten bij het gezin Koch goed hoorbaar zijn geweest.
De bijna naast het bekende Hotel Bosch gelegen woning gaf een haast onbeperkt uitzicht op wat zich afspeelde achter de woningen aan de Velperbinnensingel waarachter zich de Willemskazerne bevond.
Veel van de ouderlijke zorgen gaan op dat moment natuurlijk aan de zesjarige Marijke voorbij.
“Van gevaar ben je je dan nog niet zo bewust; eigenlijk was het best een beetje spannend, maar toch ook wel angstig met al die bange en gespannen volwassen mensen om je heen”, weet zij nog.
Er gebeurde ineens heel veel in haar omgeving.

Er gebeurde ineens heel veel in haar omgeving

Ook herinnert zij nog dat ze zag dat een groep mensen (soldaten, burgers of joden) onder Duitse militaire begeleiding via de Apeldoornseweg werden afgevoerd.
Achteraf moet je natuurlijk dankbaar zijn dat Marijke ’s vader op dat moment niet op zijn werk was in Heveadorp. Hij zou dan midden in het strijdgewoel hebben gezeten en zijn thuiskomst zou beslist onzeker zijn geweest.
Hoewel het oorlogsrumoer duidelijk hoorbaar was, bevond de ouderlijke woning zich niet echt in gevechtsgebied. Dat lag meer richting Rijnbrug.
Van gevechtshandelingen kan Marijke zich dan ook niets herinneren en dat haar ouders de kinderen daarvoor afschermden was ook duidelijk.
Wat zich tussen de landingen en het bevel tot vertrek uit huize Koch heeft afgespeeld is niet duidelijk meer.
Marijke weet zich wel te herinneren dat er op zeker moment een meneer kwam vertellen dat zij moesten evacueren. Verwarring alom.
Het huis verlaten? Waarheen? Hoe lang?

Het huis verlaten? Waarheen? Hoe lang?

Eén, twee weken misschien? Zo lang zal de bevrijding nu toch niet meer op zich laten wachten?
Zeker is, dat alle fietsen die er waren op zeker moment werden bepakt en bezakt en de deur van de woning werd afgesloten.
Omdat Marijke nog te klein en te onervaren was om de voorgenomen tocht alleen te fietsen moest zij haar mooie fietsje en niet te vergeten haar prachtige pop achterlaten en plaats nemen achter op de fiets van vader.
Van het fietsje en de pop is na de bevrijding niets meer teruggevonden.
In het verleden had de familie Koch een paar zomers de vakantie doorgebracht op een boerderij in de gemeente Rheden en een goede relatie opgebouwd met de boer en zijn vrouw.
En die boerderij werd nu, haast logischerwijs, het einddoel van de tocht.
Rechtstreeks fietsend, de juiste route is Marijke niet helemaal meer duidelijk, werd in vrij korte tijd boerderij Herikhuizen onder de rook van de bekende Posbank bereikt.

Overgenomen uit WIKIPEDIA
Herikhuizen is een voormalige boerderij in de bossen van het Nationaal Park Veluwezoom in de gemeente Rheden in de Nederlandse provincie Gelderland.
Na beëindiging van het landbouwkundig gebruik werd de boerderij begin jaren negentig verlaten, en in 1999 door de eigenaar Natuurmonumenten omgevormd tot een ruïne ten behoeve van flora en fauna. Tegelijkertijd werd een wildobservatiepost gebouwd met zicht op de voormalige boerderij.
De boerderij Herikhuizen en haar bewoners spelen een hoofdrol in het bekende jeugdboek ‘De kinderen van het Achtste Woud’ van Els Pelgrom. (Eveneens in het boek van Herman H.Koch, Marijkes vader: “Marius Blok bij de Tommies”
Einde citaat.

Boer Chris Braakman en zijn vrouw Janna, heetten de familie van harte welkom. “Gastvrije mensen”, weet Marijke nog goed.
Boerderij Herikhuizen was een zeer oude boerderij.
Het stamde nog uit 1365 en was ruim bemeten; kamers genoeg.

Boerderij Herikhuizen 1960

Boerderij Herikhuizen 1960

Allen kregen onderdak waarbij wel genoegen moest worden genomen met meerdere personen op een kamer. Het hele gezin Koch sliep samen op een grote kamer, weet Marijke nog; vader, moeder en de vier kinderen.
Zelfs de bed indeling weet Marijke nog en beschrijft het nauwkeurig. Hoe klein ook en sommige beelden, zoals bekend, kunnen voor eeuwig op je netvlies blijven staan.
Vader Koch had een goede keus gemaakt.
De plek was ver weg van oorlogsgeweld ofschoon Marijke zich een luchtgevecht nog goed kan herinneren toen ze terug kwam van een bezoek aan het ziekenhuis in Velp achter op de fiets van moeder samen met broertje Eric.

Moeder gooide ons in een greppel en ging boven op ons liggen

“Moeder gooide ons in een greppel en ging boven op ons liggen”. ‘Reken maar dat ik bang was’ weet Marijke nog.
“Een van de twee vliegtuigen kwam toen brandend neer”.
Of het een Duits of Engels vliegtuig was, heeft zij nooit geweten.

Als kind(eren) op een boerderij je tijd doorbrengen is geen straf; prachtig zelfs. Er moest nog op een ouderwetse manier op het land gewerkt worden.
Rondom de gebouwen en de bossen was altijd wat te vinden en te beleven. Kortom: mooie en warme herinneringen.
Ook aan voedsel was geen gebrek. Boer Braakman kon prachtig uit de Bijbel voorlezen, weet Marijke nog en zijn vrouw was een gastvrije en ruimhartige kookster; er was altijd genoeg en ook voor de onverwachte hongerige bezoeker. Die waren talrijk in die dagen.

Plattegrond boerderij Herikhuizen

Plattegrond boerderij Herikhuizen

Uit de Kinderen van het Achtste Woud

Uit de Kinderen van het Achtste Woud

Marijke omschrijft de boerderij als een negentiende-eeuws boerenbedrijf; alles werd nog met de hand gedaan. Er waren ganzen, kippen, varkens paarden, koeien en er waren fruitbomen en korenvelden. Er werden suikerbieten verbouwd en er was een bleekveldje om het wasgoed te drogen.
Zij herinnert zich nog een grote dorsmachine, die een paar dagen kwam dorsen (dankzij de Boerencoöperatie, zie: De Kinderen van het Achtste woud van Els Pelgrom).
Veel mensen werden met zakjes rogge door vrouw Janna naar huis gestuurd.
In een bosrijke omgeving wonen, betekent ook hout genoeg voor de grote kachel en dat bracht in die strenge winter veel knusse warmte in de boerderij.
De tijd die zij daar heeft doorgebracht, ziet zij als de gelukkigste tijd van haar jeugd ondanks de heersende oorlog die voor het kind Marijke toen niet echt voelbaar was. De ouders hadden de zorg.
In de buurt van de boerderij is een keer een V1 neergestort. Van de boerderij waren alle ruiten gesprongen en haar broertje lag toen midden in het glas, herinnert Marijke zich nog.
Zij was onder de indruk en bang.
De angst voor die V1’s, die ’s nachts overvlogen was op de boerderij wel erg groot weet zij nog. Tot lang na de oorlog is zij nog bang geweest voor vliegtuigen en onweer.
Een boerderij in die strenge Hongerwinter van 1944/1945 had beslist veel aantrekkingskracht op voedselzoekende mensen, onderduikers en niet te vergeten deserteurs.
Al deze zaken hebben zich zeker afgespeeld onder de ogen van nietsvermoedende kinderen en vermoedelijk ook Duitsers.
Twee oude dames uit Velp met een huiskonijn waren ook te gast. Zoiets vergeet je natuurlijk niet meer.
Vooral dat konijn zal veel aandacht hebben gehad van de kinderen.
Meerdere personen bevolkten Herikhuizen: Mensen waarvan de herkomst en of reden van hun bezoek nooit duidelijk waren voor haar. Maar ja; moest dat dan?
Als kind speel je en gaan belangrijke zaken aan je voorbij. Zeker in de nachtelijke uren zullen activiteiten hebben plaatsgevonden die voor de Duitsers verborgen moesten blijven.
Meehelpen in de huishouding werd voor de kleine Marijke hooguit beperkt tot het drinken van warme melk een geëmailleerd bekertje, weet ze nog.
Haar oudere zus deed veel meer in het huishouden. Zij was het zorgzame type en ging graag met vader over de heidevelden om in Rheden te proberen brood te kopen.
Marijke, voor haar leeftijd behoorlijk onafhankelijk van aard, ging de hele dag op stap met haar jongere broertje Eric en Gerrit, het jongste zoontje van de boer.
Vrouw Braakman noemde haar het moedertje.
Marijke meent zich nog te herinneren dat er een familie Strobosch uit Groningen(?) in huis is geweest. Maar waarom die helemaal uit Groningen naar Rheden was gekomen, heeft zij nooit begrepen.

Boerderij Erikhuizen in 2016

Boerderij Erikhuizen in 2016

Zij weet ook nog van het paard dat, al rondjes lopend, water uit een diepe put omhoog takelde. Het was een waterput met daaromheen een bestrate vloer waarop het dier zijn rondjes maakte.
Er was op zeker moment een aantal Duitse militairen, onder leiding van officieren, ingekwartierd. Waar ze sliepen weet Marijke niet meer. Misschien wel in de schuilkelder die ergens rond de boerderij was uitgegraven.
Eens moesten ingekwartierde Duitse soldaten, jongens nog, onder leiding van enkele officieren voor straf op hun hurken rondjes huppen om de waterput. Dit was een naar en beangstigend gezicht wat veel indruk maakte op de kleine Marijke.
Hoeveel rondjes weet zij niet meer, maar een aantal viel om van vermoeidheid.

Woonhuis 'Het Koggehuys' nr. 10

Woonhuis ‘Het Koggehuys’ nr. 10

De bevrijding was een feest.
“Buiten op de weide werden, door de kleine kinderen, stoeltjes neergezet voor de bevrijders”, weet Marijke nog.
Vader werd tolk voor de Engelsen en zij weet ook nog dat hij in een Engels uniform liep.
Het huis in Arnhem was vrijwel leeggeroofd door de moffen, maar dat waren de meeste huizen in Arnhem. Er werd onderdak gevonden in de Pontanuslaan.

Het huis in Arnhem was vrijwel leeggeroofd door de moffen

Bij de Arnhemse Schoolvereniging maakte Marijke de lagere school af en daarna bezocht zij de herbouwde MMS op de Apeldoornseweg.
Op haar achttiende is zij naar Amsterdam verhuisd en werd Arnhem een verre herinnering.

Een oorlogs-/evacuatieverhaal, gezien door de ogen van een zevenjarig kind, dat zich afspeelde in een van de meest dramatische episodes van de Tweede Wereldoorlog.
Om dan te kunnen zeggen dat het de gelukkigste periode van je kindertijd is geweest, mag je best bijzonder noemen.

Plaats een reactie

Wilt u een reactie geven?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *