Die 5 oorlogsjaren waren een groot avontuur
Gerard Gademan is dankbaar dat het hele gezin de oorlog overleefd heeft. Dat geldt niet voor mijn vrouw, die een broer heeft verloren. Hij was Spitfire piloot bij het 322e squadron van de Engelse RAF, de Royal Air Force. Hij heeft veel vluchten gemaakt en keerde steeds veilig op zijn basis terug.
Op 30 maart 1945 ging het mis, toen hij bij een aanval op Zutphen is getroffen en bij Almen is neergestort. Daar is hij begraven, eerst in de wei en later op de begraafplaats in Almen. Door de Oorlogsgravenstichting is hij nadien begraven op het militair ereveld Grebbeberg. De familie van mijn vrouw hoorde pas na de oorlog dat hij was gesneuveld. Daar is toen nauwelijks over gesproken, men nam de houding aan van ‘gebeurd is gebeurd’. Men ging verder met het leven, zonder de tijd te nemen om verdriet te verwerken. Over de hele oorlog werd weinig gesproken.
Tijdens de oorlog is het geloof een grote steunpilaar voor ons geweest. Er is veel gebeden in de kelder; daar zijn heel wat rozenkransen afgedraaid, ook door mij.
Een keer wilde een Engelse militair zich verschansen in het keldergat van ons huis. Hij had een machinegeweer bij zich, met een rozenkrans eraan, dat hij in stelling bracht. Toen hij hoorde dat er mensen in de kelder zaten, maakte hij zijn excuses en vertrok.
De pastoor in Oosterbeek heeft ook een hele waardevolle rol gespeeld. Als hij tijdens de kerkdienst het bericht kreeg dat er een razzia op komst was, gaf hij stiekem een seintje, zodat de jonge mannen tijdig weg waren. Waarschijnlijk had iemand, misschien wel een ‘goede’ politieman, de koster gewaarschuwd, die de pastoor een seintje gaf.
Die vijf oorlogsjaren waren vooral een groot avontuur, voor jongens zoals ik. Pas veel later, naarmate je ouder wordt, besef je wat er gebeurd is en wat het met heel veel mensen gedaan heeft. Dan realiseer je je ook dat onze ouders het wel moeilijk hebben gehad, veel zorgen en verdriet hebben doorgemaakt; ook nog lang na de oorlog.
Ik ga niet meer naar de Airborne herdenking, maar wel naar de droppings. De Engelsen hebben ons toen hoop gegeven. Daar zijn we hen dankbaar voor.
Oorlog heeft altijd te maken met macht. Dat was toen zo en dat is nu nog zo. Ik denk dat het altijd zo zal blijven, zolang de mensheid blijft bestaan.
Plaats een reactie
Wilt u een reactie geven?