Brief van de vader aan familieleden
Brief van Vader aan Familielid; Heeroom Vic en Tante Ans
Vaassen, 14-10-1944
Nu we eindelijk eens wat tot rust zijn gekomen, heb ik de moed jullie beiden eens uitvoerig te schrijven, hoe het ons gaat en wat ons alzo gepasseerd is.
Op Zondag 17 september, de verschrikkelijke dag van alle mogelijke aanvallen en landing van luchttroepen, maar liefst 12.000, rondom Arnhem begon het feest.
4 bommen vielen op het Nieuwe Plein, in de buurt van de St.Eusebius kerk, enkele huizen radicaal weg.
De kerk een groot gat en van binnen veel schade.
Nieuwe Kraan brandde geheel weg. Willems Kazerne eveneens.
We mochten wel niet blijven, maar boden onze diensten aan het Roden Kruis en mochten met ca. 20 families blijven en kregen “Ausweiss”.
Des avonds om 9 uur staken de buren, de Germaanse Waffen S.S., zonder waarschuwing ons huis in brand. Hollandse ploerten!!
Ria en Anneke lagen op bed en waren bijna gestikt in de rook, ons huis kreeg zijn portie mee. De voorkant staat er nog, maar achter en boven veel verbrand “onbewoonbaar”.
We stonden des nachts op straat, de kinderen bij de familie W. en bevriende buren ondergebracht. Maria en ik bij Anna R. in de Sw. De Landesstraat en alles ondergebracht in een paar kamers van een N.S.B.-er, die vertrokken was.
Alles zeer veel waterschade en een grote chaos. Wij zelf bleven bij de familie W. en hielpen elkander zo goed als het ging.
Dinsdags begon de grote uittocht uit de binnenstad, die des avonds op bevel in brand werd gestoken. Ontzettend schouwspel!!!
24 en 25 September moest Arnhem in 2 dagen evacueren. Waanzinnig bevel, om een stad van 100.000 inwoners in 2 dagen op te ruimen.
Bijna 95% is gegaan, maar wij zijn niet gegaan. Wij hadden geen goed vervoermiddel en wij waren met 12 man, wij zijn in een huis op de Sonsbeekweg 16 in het sousterrein gegaan.
Er was voldoende voeding en slapen op de grond, we mochten wel niet blijven, maar boden onze diensten aan het Roden Kruis en mochten met ca. 20 families blijven en kregen “Ausweiss”.
Maria en de kinderen plus de familie W. mochten niet op straat, alleen de heer W. en ik.
Wij hebben toen de gehele verwoesting van de binnenstad kunnen aanschouwen. Ontzettend!
Het artillerievuur nam met den dag toe, granaten kwamen zeer veel in onze buurt terecht, zodat het risico te groot werd om te blijven.
Ik ben met Jos naar de familie W. in Broekland gereden met de fiets. De familie H. is daar.
We hoorden dat mevrouw N. in Vaassen, waar Maria voor 2 jaar geleden met de kinderen is geweest, nog enkele kamers voor ons disponibel had gehouden.
Zondag 8 Oktober zijn wij met een handwagen, lopend uit Arnhem vertrokken, ca. 38 km.
Des avonds om 6 uur waren we daar. Je begrijpt, wat dat een inspanning voor me is geweest.
Ik was al niet goed in orde, maag en buik van streek. Enkele dagen hier van goede rust, hebben me goed gedaan. We hebben een prima onderdak en gezellig huiselijk verkeer.
Ria ook 3 dagen te bed gelegen, maar weer in orde. Vanmorgen is Jos blijven liggen,verkouden, reactie en buik van streek.
We wonen hier naast de kerk. Doet je goed, in 3 weken niet in de kerk geweest of geestelijke gezien. Behalve een beetje contanten op zak, zijn we alles kwijt, doch we leven en hebben vertrouwen op O.L. Heer. Wij zijn gerust en een traan nog niet gelaten. Wij voelen ons sterk.
Arnhem nog niet vrij en wat zal er over blijven.
Te roken heb ik niets meer en de tabakskaart ben ik kwijt.
Vanzelf geen borrel of wijn, hier absoluut niet aan te komen. Wel een heel gemis, want juist zoiets doet je opkikkeren.
Donderdag was ik 53 jaar, de Familie heeft het ons gezellig gemaakt en des avonds nog visite van de kapelaans, natuurlijk geen post, daar kwam ik goedkoop vanaf. De kost is goed. Brandstoffen zeer schaars.
We hopen spoedig iets van jullie te horen.
Je liefh. Maria en Piet,
Jos, Ferdje, Ria en Anneke.
Toelichting:
Mevrouw C. Oorsprong bezit twee brieven die door haar grootvader en diens broer tijdens de oorlog naar familieleden werden gestuurd. De familie was een zeer goed katholieke familie. Het gezin van broer Piet woonde in 1944 onderaan de Sweerts da Landa straat. Het gezin van haar grootvader Jan woonde in een groot huis aan de Turfstraat, naast de Grote Eusebius Kerk. Van het huis was na de oorlog zo goed als niets meer over. Wel was de kelderingang nog afgesloten, maar bij een eerste ( illegaal?) kort bezoek aan Arnhem mochten ze daar nog niet in. Toen ze een paar dagen later officieel mochten terugkeren naar de stad bleek de kelder opengebroken en was alles wat daar opgeslagen had gelegen alsnog verdwenen. Kort daarna werd ook de grond door de gemeente Arnhem i.v.m. plannen van de gemeente, onteigend.
Hoewel de familie materieel veel heeft verloren door de oorlog overheerste altijd de dankbaarheid dat ze allen gespaard zijn gebleven.
Plaats een reactie
Wilt u een reactie geven?