Bij thuiskomst: vreemde zaken in huis
Truus Hoogstraten-Hermsen van twee hoog, trouwde in 1942 op haar twintigste. Ze was tweeëntwintig toen de slag om Arnhem begon. Wonende aan de Johan de Wittlaan zag zij de eerste vliegtuigen overkomen en kon zij de eerste oorlogsgeluiden horen van het strijdtoneel aan de Rijnbrug. Het werd niet echt een fysieke confrontatie. Daarvoor woonde zijn net buiten ‘het schootsveld’ om het toepasselijk op die situatie te zeggen. Haar man werkte op dat moment bij de Marechaussee, die naast de Rijkspolitie opereerde. Als beroepsmilitair was hij krijgsgevangen genomen. Hij had het gevecht op de Grebbeberg overleefd. Kort daarna werd hij ontslagen, waarna hij bij de Marechaussee, “aanmonsterde”. De bezetter tolereerde toen nog die militaire politie-eenheid. Natuurlijk laat de evacuatietijd in die situatie de belangrijkste herinneringen bij haar achter.
Na de bevrijding een leeggeroofd huis aantreffen was niet nieuw voor de meeste Arnhemmers
Lopend met de fiets van haar man aan de hand heeft zij achter de kinderwagen, waarin de kleine Bep ”gelegerd” was, met de nodige tussenstops o.a. via Brummen, uiteindelijk het plaatsje Dalfsen weten te bereiken. Hier werd in alle rust het einde van de oorlog afgewacht. Omdat zij daar een onderkomen op een boerderij hadden gevonden, was er aan voedsel geen gebrek.
Na de bevrijding een leeggeroofd huis aantreffen was niet nieuw voor de meeste Arnhemmers. En ook Truus trof zaken aan in haar huis, die bij de buren thuis hoorden. Dat is iets, dat veelvuldig in de diverse verhalen over die tijd, terugkomt. Wie kan zeggen wat daar de oorzaak van was?
Van een huidige bewoner van de Johan de Wittlaan in Arnhem. Interessant dit te horen.
Dat mevrouw vreemde zaken o.a. van de buren in haar huis heeft aangetroffen is niet vreemd. Dit hebben veel Arnhemmers uit die tijd mee gemaakt.
Recent hoorde ik nog een soortgelijk verhaal van een bewoner die aan de rand van Arnhem in een wat groter vrijstaand huis woonde. Ook bij hem bleek na terugkomst in 1945 dat niks meer op zijn plek stond.
Reden hiervoor was dat de Duitsers zoveel mogelijk spullen en met name meubels uit Arnhemse geevacueerde huizen weg probeerden te roven en richting de Heimat te sturen voor Duiters die tijdens geallieerde bombardementen alles kwijt waren geraakt.
Vervolg in tweede bericht.
Vervolg op bovenstaande:
Duiters waren echter gestructureerd zoals vaak ook gezegd wordt. Voordat zij zoveel mogelijk overbrachten naar de Heimat sorteerden ze daarom zoveel mogelijk uit. Zo gebeurde het dat boven genoemde meneer zjin huis aantrof vol met papierwerk terwijl zijn buurman een huis vol vloerkleden aantrof en de buurman daar weer naast een huis vol stoelen, enzovoorts.
Daarnaast gebeurde het veel dat Duitse en Geallieerde soldaten tijdens de gevechten huizen gebruikten om in te verblijven. Als ze dan iets misten in dat huis waar ze verbleven dan kwam het voor dat ze het simpelweg uit het huis van de buren haalden.
Hopelijk verklaard dit iets voor u.
Hartelijke groeten,
Sander Wolterink
Vijf jaar geleden op 30 april (mijn verjaardag) kwamen wij binnen in huize Kohlmann om met moeder een dagje uit te gaan.
De tv stond aan om naar de koninklijke familie te kijken. Op het moment dat wij binnen kwamen reed net de auto van Karst tegen de naald in Apeldoorn. Het duurde even voor dat wij doorhadden wat er gebeurde, wat voor een ramp daar afspeelde.
Die dag was het de bedoeling om de reis die mijn ouders lopend gemaakt hadden naar Brummen om nu per auto te doen. Ik was de baby in de kinderwagen, het verhaal wat mij altijd bij is gebleven. Na Brummen werd het Dalmholte waar wij liefdevol zijn opgevangen op de boerderij van Fam. de Bruin. Nu nog hebben wij geregeld contact met de dochter van deze familie. Door het late vertrek zijn wij zo snel mogelijk naar Brummen
Dit is het een deel van het leven van mijn schoonmoeder, die is in 1922 geboren. Ze heeft ons vaak verteld over de tijd in de oorlog. Het was een zeer angstige tijd.