Bidden voor pannenkoeken
Mia van Deelen woonde in de Jacob Cremerstraat in Arnhem toen de Slag begon. Twee van haar oudere broers werkten toen al gedwongen in Duitsland. Na de evacuatie vond de rest van het gezin onderdak in Apeldoorn waar al snel iedereen op zoek moest naar eten.
Op 17 september 1944 werd veertienjarige Mia, zoals zoveel stadgenoten, ’s morgens in de kerk gewaarschuwd voor het naderende oorlogsgeweld. Thuis zag ze op de bovenste verdieping de vliegtuigen overkomen en in de verte parachutes dalen. Tijdens de bombardementen op de stad voelde Mia het huis trillen. Bijna een week schuilde ze met meer dan twintig mensen in de kelder van de buren. Na het evacuatiebevel vertrokken haar familie van zeven personen in een groep met veertien anderen richting Apeldoorn. De laatste fietsen werden zwaarbeladen aan de hand meegevoerd. In Apeldoorn werd het gezin opgesplitst en bij verschillende families ondergebracht. Mia kwam terecht bij een familie in Wenum. Ze herinnert zich nog dat haar vader een fiets in de kamer had opgesteld om stroom voor licht op te wekken. De mannen in haar omgeving waren altijd bang om opgepakt te worden. Mia’s gastvader verstopte zich zelfs een keer in de grote oven toen er onverwacht bezoek kwam. Gelukkig bleek het Mia’s vader te zijn. Die winter probeerde iedereen aan wat eetbaars te komen. Mia’s ‘pleegvader’ ruilde zijn paardenhoofdstel voor een mud rogge, een mud tarwe en iedere dag een liter melk. Ze herinnert zich ook een bezoek aan een boerderij waar zij rook dat er pannenkoeken werden gebakken. Ze heeft toen vurig gebeden dat ze er één zou krijgen. In de Kerstnacht van 1944 verraste één van haar ondergedoken broers, zijn familie bij de kerk om ze zalig kerstfeest te wensen. Moeder was in tranen.
Van de bevrijding herinnert Mia zich vreemd geklede soldaten in de straat en een groot feest. Van haar vader mocht ze daar pas heen nadat ze uit dankbaarheid de rozenkrans had gebeden.
nadat ze uit dankbaarheid de rozenkrans had gebeden
Ze bekent dat zij dat nog nooit zo snel heeft gedaan als toen. Thuis in Arnhem was alles kapot of gestolen. Met spullen van de HARK begon de familie Van Deelen opnieuw. De twee oudste jongens kwamen na veel omzwervingen ongedeerd uit Duitsland terug. Trauma’s heeft Mia niet aan de oorlog overgehouden. Ze kan het alleen nog steeds niet aanzien als kinderen eten weggooien.
Plaats een reactie
Wilt u een reactie geven?