Mijn vader, mijn broer en het huis verloren
Willem Bech was op 17 september 1944 net negen jaar geworden en de jongste van een gezin met tien kinderen. De familie Bech woonde aan de Hoofdlaan in Wolfheze. Willems vader was gereformeerd predikant en geestelijke verzorger in het plaatselijke psychiatrisch ziekenhuis. Willems oudste broer zat in het verzet, maar niemand van de familie wist waar hij was.
Tijdens het zware bombardement op Wolfheze op 17 september 1944 zocht het gezin Bech bescherming onder de trap van de pastorie. Na afloop bleek er buiten een enorme bomkrater vlak voor de voordeur te zijn. Tot grote schrik van de familie lag daarin de handtas van toekomstige schoonzus Christien Tjoonk. Gelukkig troffen ze haar later die avond ongedeerd aan, bij haar ouders, waar een deel van de familie onderdak vond voor de eerste nacht. Een ander deel van de familie was over de hei gevlucht naar een boerderij. Die zondag zag Willem hoe de psychiatrische patiënten in paniek over het terrein van het psychiatrisch ziekenhuis renden. Ook herinnert hij zich hoe Piet van Aken binnenstormde en schreeuwde dat zijn moeder door een bomscherf om het leven was gekomen. Willem zag met eigen ogen hoe Frits Heidema door een kogel werd getroffen.
Toen thuis blijven geen optie meer was, vertrok de familie Bech naar Renkum. Waar dominee Smeenk onderdak verzorgde op vijf verschillende adressen. Met diens zoon, die van zijn eigen leeftijd was, kon Willem goed overweg. Een paar dagen later vertrok de familie naar Lunteren en vervolgens naar Achterveld waar de gezinsleden bij verschillende families werden ondergebracht. Willem herinnert zich dat hij bij broer Marc op de stang van de fiets, naar school ging op de Glindhorst. Eén keer heeft hij van meester Terpstra een sigaar gepikt en stiekem opgerookt. Kotsmisselijk heeft hij zichzelf toen beloofd nooit meer te roken.
In Achterveld overleed zijn vader na een ernstige ziekte op 31 januari 1945, niet wetend dat zijn zoon Jurgen, samen met zijn verzetsvriend Ed Maier, al op 27 september 1944 door de Duitsers in Noordwijk was gefusilleerd. De familie had de stille hoop dat hij de oorlog had overleefd, totdat in augustus 1945 zijn lot bekend werd.
Bij terugkeer in Wolfheze bleek dat het huis onbewoonbaar was en betrok de gehavende familie Bech een woning aan de Wolfhezerweg.
Willem was helemaal vergeten hoe suiker smaakte en heeft kort na de bevrijding een hele pot leeggegeten.
Plaats een reactie
Wilt u een reactie geven?