Een drama voor de oorlog begon
Eén ogenblik in 1943 bleek voldoende om het leven van Gerrie Kleyn Molekamp-de Lincel een drastische wending te geven.
Dat ogenblik betekende onvoorzien en onverwacht een domme val van de toen nog door Arnhem rijdende Arnhemse tram lijn 1, die voorzien was een aanhanger zoals dat toen vaak gebruikelijk was.
De onbeduidend lijkende val van de tram bij de tramhalte vlakbij haar huis aan de Vondellaan nr. 17, waar Gerrie woonde, is een gebeurtenis die nooit uit het geheugen is gewist.
Gerrie had het licht uit haar rechteroog vrijwel verloren
Want de gevolgen waren niet mis te verstaan.
Het was december 1943 toen het voorval plaatsvond en nu nog staat het Gerrie voor de geest alsof het gisteren is gebeurd. De val had een hersenschudding tot gevolg, bleek later.
Volgens een buurvrouw, die in de verpleging zat, was er weinig aan de hand. Haar advies was: “Rust maar een nachtje uit”! Veel later bleek Gerrie een verwaarloosde hersenschudding te hebben.
Begin 1944 (februari) fietste de nog zestienjarige Gerrie naar school toen zij plotseling onwel werd.
Er stroomde bloed in haar rechter oog en onmiddellijk ging zij terug naar huis. De gewaarschuwde oogarts constateerde een netvliesscheuring, wat het achteraf niet bleek te zijn. Meteen is ze toen met haar moeder in de trein gestapt om naar het Ooglijders Gasthuis in Utrecht te gaan, waar op de operatiezaal de voorbereiding op de operatie plotseling werd onderbroken wegens ontbrekende gegevens. Professor Wever heeft wat later toch wat geronnen bloed weg kunnen halen, maar niet alles.
Waarom dat niet is gebeurd, weet Gerrie niet meer. Drie en een halve maand heeft zij in dat ziekenhuis gelegen. Thuis revaliderend, zij mocht geen krachtsinspanningen verrichten om te voorkomen dat er druk in de oogbol zou ontstaan, lag zij op die mooie zonnige dag in de tuin een beetje te luieren.
Gerrie had het licht uit haar rechteroog vrijwel verloren, een stoepband kon zij nog net onderscheiden en men bleek toen nog niet in staat daar verandering in aan te brengen.
Ook was het zo, dat krachtsinspanningen de druk op het oog verhoogden waardoor pijn ontstond.
Tot op de dag van vandaag!
Rusten was dus erg belangrijk. Zij was een zeer goede leerling op het Gymnasium en de plannen lagen klaar om later medicijnen te gaan studeren. Dokter worden was haar grootste wens, maar slecht zien is echter geen goede basis voor een goede uitoefening van het beroep van arts, was toen de gangbare gedachte.
Met gezondheidsproblemen evacueren
De zeventienjarige Gerrie Kleyn Molekamp-de Lincel ervaart, op enige afstand van het centrum van Arnhem, het rumoer en luchtbewegingen die vooraf gingen aan de Para-landingen nabij Oosterbeek.
Vader kwam haar roepen om door het dakraam naar de neerdalende parachutisten te kijken. Die afstand is overigens wel heel erg groot vanaf haar ouderlijk huis. Haar vader vond dat de bevrijding nu dichtbij was. Gerrie beschrijft haar vader als een man met ‘flux de bouche’. Een eigenschap die hem in tijden van nood veel voordeel opleverde.
Van de gevechten in het centrum van Arnhem merkte men in de Arnhemse wijk ‘de Paasberg’, niet veel, wat echter niet betekende dat veel luchtrumoer aan de aandacht ontging.
Zij herinnert zich nog vreemde militairen in de tuin van overbuurman Rademaker.
Bommen die in de omgeving van de Ernst Casimirlaan vielen, toch maar zo’n driehonderd meter van hun vandaan, moeten goed hoorbaar zijn geweest. De zorg om lijf en leden voor de ouders van Gerrie en haar drie jaar oudere zus namen daarom natuurlijk toe.
Helaas werd door die omstandigheden de zorg om de oogproblemen van Gerrie verlegd naar de zorg omtrent de veiligheid en de aankondiging om het huis te moeten verlaten binnen een gestelde termijn.
In de nabijheid was door de Nederlandse ondergrondse een aanslag gepleegd op een spoortunnel. De Duitsers wilden voor zondag 17 september de daders uitgeleverd hebben, want anders zouden ze als vergelding gijzelaars doodschieten. Dit hele gebeuren zal vader de Lincel niet zijn ontgaan en dat de luchtlanding op deze mooie zondag nu de redding bleek te zijn. Dit moet voor vele mannen in de omgeving een opluchting zijn geweest. Dat waren de zorgen die de ouders in deze oorlogsdagen vervulden en die vaak aan de kinderen voorbij gingen.
Ze stonden op de dijk naar ons uit te kijken; we werden verwacht”, zegt Gerrie, nu nog steeds ontroerd!
De evacuatie echter was er één om te onthouden.
De gezondheidsproblemen van Gerrie bleven voor een korte tijd ondergesneeuwd toen ze met z’n vieren, lopend de tocht naar Klarenbeek ondernamen. Eigenlijk was een dergelijk lange afstand lopen helemaal niet goed voor haar, maar wat moest je? Eerst werd Laag Soeren bereikt, waarna zij verder konden meeliften met een paard en wagen naar Klarenbeek, waar nog een nicht van Gerrie ’s moeder woonde.
Dit was ook het uiteindelijke doel.
“Ze stonden op de dijk naar ons uit te kijken; we werden verwacht”, zegt Gerrie, nu nog steeds ontroerd!
Helaas heeft de meegenomen kanariepiet de tocht maar twee dagen overleefd, weet zij zich nog te herinneren.
Een burger oorlogsslachtoffer
Op het evacuatieadres in Klarenbeek werd het gezondheidsprobleem van Gerrie Kleyn Molekamp-de Lincel veel erger, maar er was geen medische zorg voorhanden. Door de oorlogsomstandigheden was er zelfs voor de welbespraakte vader van Gerry weinig te ‘regelen’ voor zijn zieke dochter. Ondanks die omstandigheden heeft zij toch nog een tijdje getracht om de door haar meegenomen studieboeken Grieks en Latijn te studeren.
Een probleem dat de rest van haar leven en haar carrière heeft gedomineerd
Ze was nog steeds van plan om de artsenstudie te beginnen. Het lezen ging toen nog een heel klein beetje en verbetering zat er niet in. Er was gewoonweg niets of niemand die haar verder kon helpen. Zij blijkt domme pech te hebben gehad, dat juist in die tijd haar oogprobleem niet medisch behandeld kon worden. Er was geen ziekenhuis in de buurt en geen oogarts te bekennen. Het was voor vader de Lincel te gevaarlijk om veel buitenshuis te zijn, waardoor veel op moeders schouders terecht kwam. De evacuatietijd heeft daarom ook een onuitwisbare stempel op de medische voorzieningen en zorg gedrukt.
Een probleem dat de rest van haar leven en haar carrière heeft gedomineerd.
Echte honger kan zij zich niet herinneren
Vader de Lincel heeft zijn gezin door de evacuatietijd heen kunnen helpen. Met een broodje hier, een eitje daar en soms wat meel of ander voedsel lukte het hem, met zijn uitstraling en soms vlotte babbel om het gezin in leven te houden. Echte honger kan zij zich niet herinneren.
Die vlotte babbel leverde haar vader een keer een streng verhoor door de SS op toen hij een paar jongens van de Hitlerjugend op een dag voor zijn deur weg joeg, vertelt Gerrie. Gelukkig liep dat met een sisser af. Met de familie werd nog een geslaagde poging ondernomen om per fiets Arnhem te bereiken en wat spullen uit het huis te halen. Onderweg beschoten worden door patrouillerende Engelse vliegtuigen hoorde daar ook bij. De oorlog overleven en je gezin veilig terug brengen naar het ouderlijk huis in Arnhem moet vader en moeder de Lincel grote voldoening hebben gebracht.
Maar helaas zijn ten gevolge van de oorlogsomstandigheden de oogproblemen nooit meer opgelost en was volledige blindheid van haar rechter oog het definitieve gevolg.
Daarom beschouwt Gerrie zich terecht, wat je zo noemt: “Een burger oorlogsslachtoffer”.
Dat in de Vondellaan veel schade gerepareerd moest worden, was niet vreemd en de HARK zorgde voor een welkome aanvulling van gestolen zaken.
Het klink de echte Arnhemmers van toen niet onbekend in de oren.
Plaats een reactie
Wilt u een reactie geven?