Van Amsterdam naar Boxmeer fietsen, om te helpen
Ik ben de oudste uit een Rooms Katholiek gezin met 7 kinderen. Mijn moeder had een zaak ‘De heraut ‘, mijn vader werkte. Toen ik 12 was moest ik in de zaak helpen. Toen ik 14 was ben ik in 1944 op de tandem met een Pater Karmeliet vanuit Amsterdam naar Boxmeer gefietst. Om een gezin met kinderen te helpen.
Ik haalde brokken vlees van koeien die geraakt waren
Toen de soldaten kwamen hebben we 6 weken met 30 personen in de kelder gezeten. Ik sliep in een kinderbedje. De emmers met poep en pies durfde niemand te legen, ik wel. Ik sprong in een granaatkrater als ze weer schoten. Haalde brokken vlees van koeien die geraakt waren. Mensen prezen me. Ik was daar trots op. Maar ik had ook iets fatalistisch: ‘Wie weet wat er in Amsterdam is gebeurd, dan hoef ik dat niet te weten.’
De vlooien van Polleke. Er kwamen steeds meer mensen over de Maas, ook een boer met zijn moeder in een kruiwagen. Ze heette Polleke, láchen dat je met hen kon. Vroeg ie: “Polleke waarom heb jij in bed je schoenen aan”. Zij : “dan kan ik de vlooien beter doodtrappen”.
Evacuatie:
Niemand wilde ons hebben. We moesten weg uit Boxmeer en liepen in Mill. Vandaar gingen we naar een café in Wanroy, niemand wilde ons daar hebben; we liepen dus door, in het stikdonker, naar Den Bosch. Je zag niet waar je liep, alleen door de lucht tussen de bomenrijen boven je, kon je koers houden. Bij een boer lagen we 3 uur op zolder, de ratten renden tussen ons door.
Meisje alleen
Ik was een lange slungel, had nog geen vormen. Een Canadees dwong me een kopje whisky te drinken en … Ik dook onder zijn arm door, rende naar beneden. Daar ging ik in de box met de baby op schoot zitten. Toen hij beneden kwam durfde hij niet meer. Later bracht hij (als boete?) heel veel spullen…. In Wanroy waren veel Engelsen en Amerikanen, van hen kreeg ik stukken Ivoryzeep.
Mijn broer stond accordeon voor me te spelen
Toen we terug kwamen in Boxmeer was al het hout uit het huis gesloopt, om de weg voor de tanks te versterken. In juli stonden ineens mijn ouders en broertje voor de deur, om me mee naar huis te nemen! We gingen terug via Arnhem. De mensen die uit Duitsland uit de kampen kwamen stonken vreselijk. Mijn broertje mocht met hun mee rijden. Ik reed op zijn fiets naar Amsterdam. Toen we aankwamen op de Admiraal van de Ruyterweg stond mijn broer accordeon voor mij te spelen. Dikke tranen drupten op de toetsen. Mijn moeder bekende dat ze een hoed van mij geruild had voor brood. Van mijn vader kreeg ik al mijn bonkaarten, die had hij al die tijd voor mij gespaard.
Invloed op later:
Mijn motto is : ‘geluk ligt voor het grijpen !’
Valt het tegen, dan zit er altijd iets anders in. Je moet dóórgaan : niet zoeken, maar vínden. Ik ben weer naar school gegaan toen ik al getrouwd was. Haalde als eerste de moeder Mavo ! Door de oorlog had ik maar 2 jaar ULO. Later heb ik sieraden gemaakt : was edelsmid, sleep stenen. Ik heb op alle mogelijke manieren mijn geld verdiend na mijn scheiding. Om goed voor mijn drie kinderen te zorgen. Mensen kunnen hard zijn in hun oordeel, maar ik laat een ander, zeker als hij/zij beperkt is, niet alleen!
Plaats een reactie
Wilt u een reactie geven?